Geschatte leestijd: ca 4 minuten
Is het een vlucht naar voren om te blijven geloven dat uiteindelijk met het voortschrijden van technische mogelijkheden uiteindelijk al onze problemen opgelost worden? Is dit geloof nog houdbaar of wordt het ons telkens opnieuw aangepraat? Want wat zijn de feitelijke oplossingen voor lucht- en watervervuiling nu werkelijk waard? Nederland is schoner geworden doordat multinationals hun fabrieken in Nederland hebben gesloten en de productie hebben verplaatst naar China, Bangladesh, Cambodja en Vietnam. Mooi, zeggen we dan, dat geeft weer extra ruimte om te groeien. Want ‘groei’ is nog steeds het geldende adagium van consultants, adviseurs en lobbyisten. Zij richten zich bij hun ‘werk’ op de beïnvloeding van bestuurlijke machtscentra: op bestuurders van organisaties, volksvertegenwoordigers, ambtenaren, onderzoekers en op andere functionarissen die werkzaam zijn in en voor de publieke sector. Zij worden aangetroffen op alle bestuursniveaus en richten zich behalve op overheden en parlementen ook op de maatschappelijke instellingen, organisaties en bedrijven. Kortom overal waar beslissingen worden genomen.
Hun invloed is gericht op invoering of wijziging van regels en op verkrijgen van subsidies, vergunningen, licenties, registraties en posities. Dit met het oog op een betere positionering in het publieke krachtenveld. Uiteraard ten bate van hun opdrachtgevers, veelal voor korte-termijn effecten, waarbij geldelijk gewin belangrijk is. Zo worden we in de richting geduwd om onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen en dus van gas- en olieproducenten als Rusland, Saoedi-Arabië en de Verenigde Staten. Neen, er moet een technische oplossing komen, we moeten overschakelen op elektrische energie. Ze ‘vergeten’ dat we dan afhankelijk worden van kobalt, lithium, nikkel, koper, vanadium en grafiet, en dus op landen als Congo, Chili, China en, weer, Rusland.
Ecologen hebben berekend dat voor het uitfaseren van fossiele brandstoffen voor de huidige mondiale energievraag ongeveer één miljard ton aan lithium nodig is. Dat komt door de immense hoeveelheid lithium voor batterijen van b.v. elektrische auto’s. In een smartphone zit slechts twee tot drie gram lithium, in een gemiddelde Tesla gaat maar liefst 62 kilo. En als je dan bedenkt dat van het mondiale wagenpark van 1,5 miljard auto’s er slechts 26 miljoen elektrisch zijn, zien we dat de toekomstige vraag naar lithium het aanbod ervan verre te boven gaat. Volgens de genoemde berekeningen is die één miljard ton maar liefst 43 keer meer dan er op dit moment aan officiële mondiale lithiumreserves bekend zijn.
Deze ingezette beweging zal spoedig een doodlopende weg blijken te zijn. Maar ook een doodlopende weg kan heel lang zijn. Het nadeel is dat je diezelfde lange weg dan weer terug moet. Hebben we wel een alternatief voor het afnemende blinde geloof in de voortuitgang die ‘alsmaar-meer’ heet?
Wat heeft dit alles met ons, hier in Diever te maken? Omdat deze bewustwording ook ons aangaat. Er kunnen geen grote veranderingen tot stand komen als deze niet van onderaf gedragen worden. Het is niet het techo-optimisme van de consultants en adviseurs dat sturend is voor een blijvende koerswijziging.
Techniek heeft ons veel gebracht en bewijst nog dagelijks zijn nut en gebruiksgemak. Maar laten we daar nu mee tevreden zijn en stoppen met het meer-en-meer, sneller-is-beter streven. Genoeg is genoeg, goed is goed genoeg. Dat geldt voor ons en moet dus ook voor onze lokale overheid zo zijn. Want er lopen op gemeentehuizen steeds meer ingehuurde ambtenaren en consultants rond. De grote valkuil die hierbij ontstaat, is (de schijn van) belangenverstrengeling: zij dienen namelijk niet alleen overheidsbelangen, maar ook die van commerciële bedrijven – en dan vaak gelijktijdig. Helaas verdwijnt de ingebrachte technologische kennis zodra de inhuurkracht vertrekt.
Als deze techno-trend van ‘meer-en-sneller is beter’ niet van bovenaf gekeerd kan worden, dan maar van onderaf. Voordat het te laat is.
Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.