Geschatte leestijd: ca 4 minuten
Er verandert de laatste tijd nogal wat in Diever. Het ‘Nieuwscafe’ is het Friethuis van der Veen geworden en het zal ook niemand ontgaan zijn dat de bloemenwinkel van Hofman veranderd is in ‘het Nieuwshuis’. Zo blijft er toch telkens wat nieuws in Diever om over te schrijven. De naastliggende boekenwinkel Geloven en Zo heeft nu onderdak gevonden in het Nieuwshuis. De naam van de boekwinkel ‘Geloven en Zo’ is tegelijkertijd interessant en uitdagend, want het bestaat uit twee delen: ‘geloven’ verbonden met ‘en zo’. Niet ‘of zo’ en ook niet ‘enzovoorts’ of nog erger ‘zo en niet anders’. Nee het blijft open ‘en zo…’
Geloven is een oer-woord, de onmisbare basis van samenlevingen, vooral op het platteland. Fides (trouw) was het belangrijkste concept in elke agrarische gemeenschap zoals die van oude beschavingen. De deugd Fides; kan vertaald kan worden in de begrippen als trouw, geloof, loyaliteit oftewel vertrouwen. Deze afleiding wordt duidelijker in het Nederlandse woord fiducie. Als iemand je zegt: ‘Heb d’r mar feduzie in…’’ gaat dat over vertrouwen en houdt dat de vraag in of je denkt of dat het nog wat wordt. Anders gezegd: Geloof je er nog in? Deze vraag gaat diep, veel dieper want als we er niet meer in geloven dan ondermijnt dat onze manier van samenleven. Als we elkaar niet meer (kunnen) vertrouwen, waar blijf je dan? Wat blijft er dan nog over van onze manier van samenleven? Dat is dan het einde van onze maatschappij, want die stoelt op wederzijds vertrouwen.
Maar dan dat intrigerende ‘en Zo…’. Het mooie daaraan vind ik dat het niet ingevuld is. Maar het hoort er wel bij, want geloven is nooit vrijblijvend, daar hoort iets bij. Iets wat we aan de ander en anderen moeten overlaten om in te vullen, daar moeten we op kunnen vertrouwen. En dat vertrouwen moet wederzijds zijn, niet omdat het moet maar omdat we dat willen. Vergelijk het met dansen, afwisselend leidt de één dan weer de ander wat meer. Geven en nemen in harmonie. Of anders gezegd in resonantie, want dat is de basis van communicatie; daarin moet je kunnen geloven.
Alles wat we zien, beleven en ervaren doet zich als één geheel aan ons voor, ook al zien we vaak maar aspecten daarvan. Toch mogen we geloven dat wat zich aan ons voordoet, ‘waar’ is. We mogen er ook op vertrouwen dat de liefdevolle verbondenheid met de ander laat zien wat ‘het Goede’ is. Het samenvallen van deze twee betekenissen ‘het Ware’ en ‘het Goede’ kunnen we duiden als ‘het Schone’. Toch moeten we niet lichtgelovig zijn want er worden ons tegenwoordig ook zaken voorgeschoteld die absoluut niet waar zijn en zeker niet schoon genoemd mogen worden. Met list en bedrog wordt haat, ondermijning en wantrouwen gezaaid en de samenleving vergiftigd. Is er dan nog wel licht is de duisternis?
In de Joodse cultuur wordt het verhaal verteld van een Rabbi die rondwandelt en de vraag krijgt over het schone. Er wordt dan gevraagd: “Meester, wanneer is het duister geweken en wordt het licht?” Zoals zo vaak wordt de vraag teruggelegd naar de groep: wanneer denken jullie dat de duisternis is geweken en het licht is? Er antwoordt iemand die zegt: als ik buiten een brief kan lezen zonder lamp, dan is het licht. Ja, ja, zegt de Rabbi, iemand anders een beter antwoord? Dan wordt de vraag beantwoord met een voorbeeld: Als je in de verte een kudde schapen ziet en je kunt daarin de herdershond aanwijzen, dan is het licht. De Rabbi kijkt nog steeds zorgelijk zodat hem wordt gevraagd wanneer het volgens hem licht wordt. Hij antwoordt: “Als je in het gelaat van de ander je broeder of zuster herkent, dan is de duisternis geweken en is het licht geworden”.
Jan H. Fondse
Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.