Geschatte leestijd: ca 4 minuten
Waarschijnlijk denken de meeste mensen bij het woord botsing niet zo snel aan plichten of cultuur, maar veel meer aan verschil in snelheid, gevaar en schade. Iemand of iets botst op een ander die langzamer gaat, stilstaat of een tegenligger is. In elk geval gaat het bij een botsing om verschil in snelheid. In het geval van botsende voorwerpen is niet alleen verschil in snelheid in het geding, het gaat ook om richting. En op een ander niveau gaat het ook om bedoeling, het bewust negeren van gevaar of roekeloosheid.
Het zijn niet alleen voorwerpen die kunnen botsen, ook meningen, standpunten en belangen kunnen botsen. En als het niet direct botst, dan schuurt het wel als sommigen vooruitgang willen en anderen stevig de hakken in het zand zetten. In sommige gevallen kun je je afvragen of er met het veranderen van gewoonten werkelijk vooruitgang is geboekt. Iedereen kan zelf wel voorbeelden hierbij bedenken, zowel in het klein als het groot. Zeker in deze week die in het teken van de inauguratie van de nieuwe Amerikaanse president staat. Is dit het begin van een cultuuromslag waar de wereld wordt ingedeeld in termen van nut, efficiëntie en resultaat? In hoeverre zal deze omslag onze cultuur gaan beïnvloeden?
Cultuur kun je omschrijven als de wijze waarop mensen uit verschillende samenlevingen hun waardigheid verstaan. Is cultuur werkelijk de basis van hoe een samenleving wordt ingericht? En betreft dit dan tegelijkertijd ook de gelijkwaardigheid en burgerlijke instemming die de vrijheid van denken en voelen van mensen garandeert? Dus omvat cultuur dan ook de rechtstaat die gelijke kansen en bescherming van haar inwoners op de voorgrond stelt?
Dan kan cultuur nogal botsen met onbehouwen onvoorspelbaarheid van dreigende taal. Of botst dit met de tegengestelde primaire gerichtheid op de groei van financieel kapitaal met uitsluitend oog voor nut, efficiëntie en resultaat? Want hierdoor komt de groei van het innerlijke, emotioneel en geestelijk kapitaal in gevaar. Dit kapitaal omvat de kernwaarden die in het sociaal humanisme gestalte hebben gegeven aan onze maatschappelijke en educatieve instituties.
Dit zijn grote woorden die we schouderophalend naast ons neer kunnen leggen omdat we er als eenlingen toch niets mee kunnen; laat staan dat we er iets aan kunnen veranderen. Daar zit precies het probleem: we zijn geen eenlingen.
De manier waarop wij als inwoners met de overheid spreken, ja, zelfs die overheid kunnen beïnvloeden, heet politiek. Dat gaat niet vanzelf, daar is beweging voor nodig. Van de politiek naar de samenleving en van de samenleving naar de politiek. Als we niet willen dat de grootste schreeuwers, de brutaaltjes en degenen die denken dat alles te koop is, de dienst gaan uitmaken, zullen we niet op onze handen kunnen blijven zitten.
De grens van de kwaliteiten die onze wereld zelf bezit, en ook in de samenleving aanwezig is, kan gekend worden. In het antieke Griekse denken is de term paideia ontwikkeld om die grens te kunnen markeren; dat was een vormingsideaal en stond voor de menselijke waardigheid. Dit concept werd concreter uitgewerkt in het Romeinse idee humanitas. Dit idee kreeg later de betekenis van een ‘verfijnde levenswijze’. Hier wordt nog steeds met gebruik van de menselijke rede en het bestuderen van teksten het essentieel belang voor het denken over waarheid en deugd gevormd. Zo leren we onszelf te verlichten en ook datgene na te streven, wat niet pers se al in ons eigen materiële verlangen is aangelegd, waarmee we onze samenleving kunnen dienen.
Met deze lange omweg kom ik toch bij de botsing uit. Want het huidig snel veranderende wereldbeeld, de mentaliteit, en de prioriteiten van sommige bestuurders en hun entourage daaromheen botst met mijn idee van ‘vooruitgang’. Want dit is de onomkeerbare route naar ressentiment, na-ijver, haat en achterdocht. Kortweg: onvrede. Een doodlopende weg dus. Maar ook een doodlopende weg kan heel lang zijn.
Laten we daarom met elkaar, overheid, politiek en samenleving, in gesprek blijven, het liefst in de vorm van een dialoog.
Jan H. Fondse
Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.