Geschatte leestijd: ca 4 minuten
Het is er de laatste tijd langzaam ingeslopen: we zijn steeds meer in zinnen met een uitroepteken erachter gaan praten. ‘Ik wens je het beste’ is verworden tot ‘Maak er iets moois van!’. Zelfs de journaallezer eindigt met ‘Maak er een mooie dag van!’. Als je ergens een kopje koffie met wat lekkers erbij bestelt, wordt dat op tafel gezet met de woorden: ‘Geniet er van!’ Je zit jezelf in te houden om daarop niet te reageren met ‘dat maak ik zelf wel uit!’ want dan versterk je deze tendens alleen maar. De simpele wens ‘eet smakelijk’ kan beantwoord worden met ‘dank u’. Tegenwoordig is ook de uitdrukking ‘dat gaat wel lukken’ erg in zwang geraakt. Wie de wens ‘een fijne vakantie’ beantwoordt met: ‘dat gaat wel lukken’, neemt niet alleen een voorschot op het resultaat van een geslaagde vakantie, maar zegt impliciet ook ‘dat bepaal ik zelf wel’, misschien ook wel ‘waar bemoei je je mee!’
Het is een moderne fantasie dat alles maakbaar is. Een mooie dag maken valt niet mee. Als je er een mooie dag voor jezelf of anderen van probeert te maken en het lukt niet, ondanks de opmerking ‘maak er een mooie dag van!’, dan kun je met een naar en kil gevoel van mislukking en schuld blijven zitten. Want lang niet alles is maakbaar en als het niet lukt ligt dat dus aan jou. Waar zijn we het warme gevoel van dankbaarheid kwijtgeraakt als iemand je iets fijns toewenst? Is dat met de opkomst van ‘soundbytes’, oneliners en uitroeptekens in onbruik geraakt? Of zogenaamd grappig bedoelde gevatte reacties: sommigen liggen bijna blauw van het lachen terwijl anderen geërgerd weglopen of zich niet serieus genomen voelen.
Veel mensen maken zich zorgen over deze manier van samenleven. De zorgen van mensen gaan vooral over de omgangsvormen; in de politiek, de publieke ruimte en het maatschappelijke debat. Ze noemen de harde toon van het debat, het niet goed naar elkaar luisteren en het vasthouden aan het eigen gelijk. Daarnaast blijkt dat veel mensen zich ergeren aan de in hun ogen extreme uitingen. Mensen ervaren dat vooral kleine groepen met een harde toon en uitroeptekens veel aandacht vragen en krijgen. Dan lijkt het alsof de gehele samenleving verhard is. Dan maken we ons zorgen over onze manier van samenleven.
Een uitroepteken (!) wordt gebruikt als iets wordt geroepen, als waarschuwing of bij een bevel. Zinnen die in de gebiedende wijs staan, krijgen vaak een uitroepteken. De vraag is of we deze gebiedende wijs wel zo bedoelen, of dat dit zo opgevat wordt. Dat zijn twee verschillende kanten die we goed uit elkaar moeten houden: de bedoeling en de opvatting ervan. Wat is daar het probleem?
Het is een wijdverbreide misvatting dat de betekenis van een uiting bepaald wordt door de spreker; dat hij of zij de bedoeling van een uiting kan bepalen. Helaas, dat kan niet. Het is altijd de luisteraar of toehoorder die de waarde van een boodschap bepaalt. Daarom is het belangrijk dat een boodschap vergezeld gaat van een glimlach, een knipoog of een harde stem. Zo maak je de bedoeling duidelijker. Ook een zorgvuldige woordkeus is belangrijk. Maar bovenal is het belangrijk je in je uiting te realiseren hoe de boodschap kan overkomen. Je kunt dat zien in de reactie van de luisteraar: zie je verbazing, schrik of een glimlach. Dan heb je nog gelegenheid om een verkeerde opvatting, door verduidelijking bij te sturen, terug te nemen of zelfs je excuus te maken.
En dat is precies het probleem met ons app-gedrag en de sociale media, je gooit iets bij de ander over de schutting en je hebt geen idee hoe dat bij een ander overkomt. Hoeveel smileys je er ook achteraan stuurt….
Jan H. Fondse
Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.