Over Onverzoenbaarheid

Geschatte leestijd: ca 7 minuten

Als je het hebt over onverzoenbaarheid dan kom je al heel snel in de sfeer van onverzettelijkheid of onplooibaarheid. Dan verwordt het al gauw tot een zaak van wij en zij, van schuld en beschadigen, van verharden en veroordelen, kortom stress aan alle kanten. Als het dan zo ver gekomen is, dan zit de zaak ook meteen op slot. Er wordt gedreigd, weggekeken of vergoelijkt, maar de impasse blijft. Of anders gezegd er ontstaat een polarisatie. Voors en tegens staan lijnrecht tegenover elkaar. Mensen schreeuwen tegen elkaar, intimideren en worden daar bang van. Dan worden onderwerpen doodgezwegen en laat men zaken rusten ‘omwille de lieve vrede’.

Het laat zich raden dat hier in Diever al gauw gaat over de BBB, de Bloemen, de Bijen en de Bollen. Of moet het zijn Bezordheid, Biociden en Boosheid? De gesprekken zijn verhard, er lijkt geen beweging meer mogelijk, maar het vreet wel. De kwestie verdeelt de dorpsgemeenschappen, op verjaardagen is het gespreksonderwerp taboe. Hoe krijgen we hier grip op?

Kinderen hebben ons heel veel te vertellen. Zij kunnen meedogenloos ruzie maken met elkaar en elkaar fysiek en psychisch enorm aanpakken om een minuut later weer vrede te sluiten. Dat kan je op speelplaatsen zien. Kinderen rammen mekaar in mekaar en het kan dat zij zich vijf minuten later weer verzoend hebben. Het zou dus wel eens kunnen zijn dat kinderen dat talent tot verzoening en vergeving hebben – wat overigens twee verschillende begrippen zijn, maar goed – omdat zij in hun onbevangenheid nog weten wat in een relatie goed voor hen is. Een onbevangenheid die naarmate wij ouder worden vaak verloren gaat. Maar laat ik duidelijk zijn: we hebben het niet over pestgedrag, dat is een geheel andere categorie.

Hier vallen zomaar even de grote woorden als verzoening en vergeving. Vooral christenen nemen soms nogal gemakkelijk het woord “verzoening” in de mond. Mensen zijn echter niet verzoeningsgezind “van nature”. Wanneer zij diep door het kwaad geraakt of gekwetst worden, is hun eerste, spontane reactie meestal niet de verzoeningsbereidheid, maar de morele verontwaardiging over het onrecht en de roep om gerechtigheid. Een spreken over verzoening dat niet eerst recht doet blijft in de lucht hangen, dat landt niet. Want bij verzoening en vergeving hoort spijt, berouw en inkeer. Zonder dat is spreken over vergeving vroom geneuzel. Maar wat dan?

Politiek? Politieke partijen zijn niet bezig rechtvaardigheid te stimuleren of het algemeen belang na te streven. Integendeel, ze komen alleen op voor hun eigen belang, groei en imago, en zijn hierin totalitair van aard. Ze eisen trouw en conformisme van hun leden en verkozenen en leiden tot onverschilligheid bij de bevolking, die de partijen als een obstakel ervaren tussen zichzelf en de politieke praktijk. Dus nogmaals: Wat dan?

Tegen de achtergrond dat er in situaties altijd meerdere principes en belangen spelen, blijft de vraag hoe en wanneer je belangrijkste waardes, gevoelens en principes het best overeind blijven? Dat geldt voor alle partijen, voor de landbouwers die niet alleen ingesteld zijn op hun teelt en bedrijfsvoering, voor de landeigenaren die hun land voor meerdere jaren verpacht hebben, voor de overheid die actief moet waken over de gezondheid van haar bevolking, voor de toeristische sector die geen slechte naam kan gebruiken zoals een ‘gifdorp’, maar vooral ook voor de kinderen die buitenspelen in het zicht van machines die zogenaamde gewasbeschermingsmiddelen vernevelen en waarvan niemand precies weet wat daar in zit.

Het is beslist niet alleen kommer en kwel. Markt en maatschappij vragen om verandering en dat gebeurt ook. Er zijn bijvoorbeeld technische ontwikkelingen in de bollenteelt. Zoals de spotsprayer die dankzij slimme camera’s heel gericht spuit op onkruid. Hiermee bespaar je tot wel 95 procent op toepassing van landbouwgif. Daarnaast wordt een veel groter assortiment aan biologische producten verbouwd, waardoor niet alleen de biodiversiteit toeneemt, maar ook risico’s in de bedrijfsvoering worden gereduceerd. En misschien moeten we in de sierteeltsector wel eens kijken waarom voor bepaalde kweken zoveel ondersteuning van chemische middelen nodig zijn. Kweken we wel het juiste gewas op de juiste plek? En wat doe je met het maatschappelijk draagvlak?

Het aantal boeren zal afnemen, maar bedrijven die blijven zullen moderner en professioneler zijn. Het is tijd voor nieuw elan, open blik voor nieuwe techniek die aanstaande is.

Het gonst van de geruchten over het verband tussen toxiciteit en gezondheidsproblemen. Deskundigen spreken elkaar tegen omdat wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Maar wat als men elkaars woord niet meer hoort omdat we elkaar aan het overschreeuwen zijn? LTO-voorzitter Ger Koopmans zegt: “De juridische omgang met het zogenaamde ‘voorzorgsprincipe’ moet veranderen. Met de huidige interpretatie daarvan komen we in een samenleving terecht waarin ieder denkbaar risico economische sectoren lam kan leggen. De doorwerking daarvan op onze economie kan desastreus worden.” En over de uitspraak van de Raad van State (onze hoogste rechter) zegt hij: “Deze uitspraak maakt van het ‘voorzorgsprincipe’ een verlammingsprincipe. Het is onuitvoerbaar.” “Dat raakt niet alleen telers, maar alle bedrijvigheid in Nederland.”

Bestrijdingsmiddelen worden in verband gebracht met ziektes als Parkinson en kanker. “Het is duidelijk dat het binnenkrijgen van een bepaalde hoeveelheid pesticiden Parkinson kan veroorzaken”, weet Teus van Laar, neuroloog bij het UMC Groningen. Hij vindt dat de uitspraken van de rechter ‘hoop bieden’. “Dat zijn heel belangrijke uitspraken. Want het wordt steeds duidelijker dat we voorzichtiger moeten zijn.”

In onze samenleving voltrekken zich veranderingen in een rap tempo, zowel door interventies van overheden als door indringende boodschappen van het bedrijfsleven, die we doorgaans reclame noemen. Het zijn veranderingen die ons zo maar overkomen. Dat hier en daar verzet komt tegen die opgelegde en onontkoombare veranderingen, is begrijpelijk. We kunnen het allemaal niet bijbenen en we zien niet altijd de zin ervan. Als bovendien deskundigen elkaar tegenspreken, wat moet je dan als betrokken burger? Verzet is het begin van een conflict. Hoe het conflict verloopt wordt bepaald door onze houding en ons gedrag in het conflict. Dáár ligt doorgaans het probleem.

Als we wat afstand nemen van de deskundologen krijgen we ruimte voor de broodnodige beweging. Niet de verplichte 7.000 stappen per dag, maar ruimte voor bedachtzaamheid. In dit door social media gedomineerde tijdperk ligt er behoorlijk wat druk op het snel en goed kunnen verwoorden van je standpunt. Ben je voor of tegen? Wie was goed en wie fout? En dat dan graag puntig verwoord in niet meer dan honderdveertig tekens. We leven in een tijd waarin toegeven dat je iets (nog) niet weet of dat je twijfelt over een keuze, dat dan opgevat wordt als zwakte. Het wordt als beter gezien als je direct weet je wat je wilt en vindt, twijfelaars mogen achteraan aansluiten. Geen denk-ruimte.

Als ik in mijn onvolprezen woordenboek Latijn ‘conflict’ opzoek, kom ik uit bij ‘conflicto’, het herhaaldelijk tegen elkaar slaan, strijden of gekweld worden. Kortom daar word je niet vrolijk van, ook daar kun je aan kapotgaan. Dat is het echte gif dat onze maatschappij is binnengeslopen: het keuzes moeten maken zonder dat alle feiten op tafel liggen. Sommige feiten worden verdoezeld, verdraaid of ontkend. En sommige feiten kunnen tegenstrijdig geduid worden, al naar het belang dat op het spel staat. Of feiten die weggezet worden als een mening.

Als ik ’s avonds thuiskom heb ik tegenwoordig bijna geen muggen of vliegjes meer op mijn voorruit van de auto. Als ik boeket bloemen uit de winkel op tafel heb staan, vliegen de bijen er omheen naar de bloemen in de tuin. Als ik kijk naar de boeren en omwonenden die overleden zijn met Parkinson, kanker en/of dementie, zijn dat signalen die mij angstig en boos maken; en bovenal het gevoel van machteloosheid geven.

Er bestaat een methode om onverzoenbare standpunten bij elkaar te brengen. Daar is goede wil voor nodig en een Socratisch gesprek. In de vorm van een dialoog, aan tafel, de dialoogtafel. Dat is geen groots spektakel zoals een politieke dialoogavond in het gemeentehuis of een vrijblijvend convenant met één partij, maar een doorgaand gesprek met mensen van goede wil. Volgende keer gaat het over deze methode: het Socratisch gesprek. Dat is geen snelle oplossing en vergt enige inspanning en bovendien goede wil; maar om eens een Chinees spreekwoord te citeren: “Als je maar lang genoeg aan de oever van de rivier zit, komt op een dag je grootste probleem voorbijdrijven.”

Jan H. Fondse.

 

Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *