Over Vooruitgang

Geschatte leestijd: ca 5 minuten

Op een mooie zonnige namiddag, waarop het echt te warm was om buiten te zitten, ging het gesprek ineens over vooruitgang. Iemand vroeg zich af of vooruitgang wel echt vooruitgang was. Want wat heeft alle vooruitgang ons uiteindelijk gebracht? Dat is een andere vraag naar wat vooruitgang ons heeft opgeleverd. Het is lastig om over het begrip vooruitgang na te denken omdat het veelal gebruikt wordt als containerbegrip, waaronder dan vernieuwing, verbetering, aanpassing, verandering, innovatie, transitie, transformatie en technologische doorbraken geschaard kunnen worden. Het wordt nog lastiger als erop vertrouwd wordt dat alle problemen als vanzelf opgelost gaan worden door toekomstige (technische/economische) ontwikkelingen. Dit vertrouwen staat bekend als het vooruitgangsgeloof en is een wensdenken dat een ontsnapping aan onzekerheid en angst lijkt te bieden. Dit ongebreidelde optimisme weerhoudt mensen ervan noodzakelijke actie te nemen en heeft een bedwelmend effect. We zien dit gebeuren bij klimaatverandering, wanneer financiële markten fluctueren, en zelfs in persoonlijke gezondheidssituaties wanneer mensen medische hulp vermijden omdat ze denken dat alles vanzelf wel goed komt.

Al ruim voor de antieke Grieken is de mens begonnen met het vermeerderen van kennis door onderzoek, experimenten en argumenteren. Sinds die tijd is er ondanks de vele doodlopende zijwegen, veel kennis ontwikkeld waar we tot aan de dag van dag van profiteren. Uiteindelijk mondde dit uit in de industriële revolutie. Het was een vooruitgang dat veel zware arbeid gemechaniseerd werd. Dit was echter niet de aanzet tot een verlichting van de arbeid die ruimte gaf voor meer vrije tijd, maar was een impuls om de arbeidsproductiviteit drastisch te verhogen. En daarmee natuurlijk het profijt van de onderneming. Dat is tot op vandaag de dag het geval. Daar is de afgelopen eeuwen door filosofen al veel over gezegd, want dit is een ethisch probleem met verregaande maatschappelijke consequenties.

Vooruitgang wordt vaak gekoppeld aan wetenschap en techniek. Maar hoe zit het dan met de domeinen die buiten het bevattingsvermogen van het louter technisch wetenschappelijke denken liggen? Te denken valt aan kunst, religie, riten, spel, sociale activiteiten en politiek; dat zijn meer dan subjectieve uitingen. Prometheus is al eeuwenlang een inspiratie voor kunstenaars. Hij stal het vuur van de goden en werd het toonbeeld van vooruitgang. Volgens de Griekse mythologie was Prometheus een leermeester. Hij haalde het vuur van de goden naar de aarde en bracht de mensheid zo nieuwe kennis en mogelijkheden. Er spreekt uit de mythe van Prometheus een waarschuwing: de macht van de mens is niet zonder grenzen. Een waarschuwing voor de gevolgen van ‘de intellectuele arrogantie van de mens’ is nog steeds op zijn plaats. Dat blijkt wel uit het rapport van de Club van Rome ‘Grenzen aan de groei’ uit 1972. Nu actueler dan ooit!

Maar wat brengt vooruitgang de mens? Oftewel wat heeft het vooruitgangsgeloof ons uiteindelijk gebracht? Onvoorstelbaar veel, denk maar aan de ontdekking van de structuur het DNA door Crick en Watson, de MRI-scanner, het onderzoek bij primaten door Frans de Waal. Zoals bij alle ontwikkelingen zit er ook een maar… aan vast. En die maar… heet commercie. Kijk maar eens naar de snelle opeenvolging van de mobieltjes. Telkens is er wat nieuws en moet een mobieltje in een paar jaar vervangen worden door een volgende generatie, 3G, 4G tot nu 5G. Of de ruimtevaart: er zitten nu twee ruimtereizigers vast in een ruimtestation. Het uitstapje door een commerciële partij is uit de hand gelopen en nu zitten ze zeker nog acht maanden langer vast. Zo zijn er talloze voorbeelden te noemen waar ontwikkelingen, die vooruitgang genoemd worden, gebruikt worden om veel geld aan te verdienen.

De vraag is: wie profiteert hiervan? En wie worden er allemaal in deze allesverslindende maalstroom, waarin het beste morgen al niet goed genoeg meer is, meegezogen?

Het rapport van de Club van Rome is vandaag actueler dan ooit. Het zijn niet alleen de grondstoffen die uitgeput raken, ook zijn er geen mensen meer om taken uit te voeren. Kortom we zijn verstrikt in de verstikkende vooruitgang. Het lijkt wel of het hele systeem op hol geslagen is. Wanneer rijden we ons te pletter?

Ontwikkelingen die ooit bedoeld waren om de mens te ontlasten van tijdrovende saaie klussen, zware arbeid moesten verlichten, worden nu uitsluitend ingezet om meer en vooral sneller te produceren. Niet om zo de mensheid te dienen, maar om een paar rijken rijker te maken en de armen harder te kunnen laten werken.

Dus daarom is het nuttig om in deze vakantie-tijd eens even afstand te nemen en ons de vraag stellen: waar zijn wij in hemelsnaam mee bezig? Hoe lang laten we ons nog opjagen door de voortrazende ontwikkelingen die ons als vooruitgang verkocht worden?

De antieke vraag blijft actueel: Cui bono? Wie profiteert hiervan? En wat maken we allemaal kapot? Want de vooruitgang komt niet langer omdat het moet, maar omdat het kan.

Moet alles wat kan, dáárom ook kunnen?

Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.

3 - 0

Thank You For Your Vote!

Sorry You have Already Voted!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

maak deze som af :de invoertijd is voorbij