Geschatte leestijd: ca 5 minuten
Deze column is uitgesproken bij de dodenherdenking op 4 mei te Diever.
Dit jaar is het thema van 4 en 5 mei: ‘Vrijheid Vertelt’. Vandaag op 4 mei de dodenherdenking en morgen, op 5 mei, de viering van de bevrijding. Het lijkt een hele tegenstelling, eerst het herdenken en dan het vieren. Dan ligt het voor de hand om te kijken naar de verschillen tussen die twee dagen, naar hoe die twee dagen zich tot elkaar verhouden. Als we ons alleen maar afvragen hoe de ingetogenheid van de dodenherdenking zich verhoudt tot de uitbundigheid van het bevrijdingsfeest, dan missen we het belangrijkste. Want het herdenken en het vieren horen bij elkaar, onlosmakelijk. Het zijn geen tegenstellingen maar het is een combinatie die we tot onze traditie zijn gaan rekenen. Het zijn als het ware twee gezichten van hetzelfde: van ‘vrijheid’. Dan zie je meteen dat het niet gaat om de verhouding tussen herdenken en vieren, maar om de verhouding tussen die combinatie, van herdenken en vieren, en ons. Dan gaat het over onze verhouding tot vrijheid. Als ik dan het nationale thema “Vrijheid Vertelt” wat losjes vertaal dan kun je ook zeggen:
“Wat zegt vrijheid ons vandaag nog?”.
Om te beginnen heeft alles, ook zoals we hier vanavond bij elkaar mogen komen, te maken met vrijheid. Als we straks met elkaar naar het monument lopen hoeven we niet bang te zijn gefotografeerd te worden en we vannacht geen klop op de deur hoeven te vrezen om opgepakt te worden.
Vrijheid is zo gewoon geworden dat we het nauwelijks meer beseffen; het is alomtegenwoordig, we kunnen ons meer nauwelijks voorstellen dat er geen vrijheid meer zou zijn. Het is net zoiets als het jonge visje dat vraagt “Mam, waar is het water?”. Dus nogmaals de vraag:
“Wat zegt vrijheid ons vandaag nog? ”
Het herdenken heeft alles te maken met de wijze waarop wij onze vrijheid verkregen hebben. Onszelf vrijgevochten hebben. Letterlijk. Maar het lijkt erop dat we vrijheid tegenwoordig meer als een absoluut recht zijn gaan beschouwen; om ongeremd je eigen zin te doen; om je eigen waarheid te verzinnen. Zo verwordt vrijheid tot egoïsme, het gaat dan alleen om eigen vrijheid en aan de onvrijheid in de wereld, het land, dorp of je eigen buurt wordt voorbijgegaan.
Er is geen vrijheid in een wereld waar de dreiging met totale vernietiging alleen afhangt van een wankel evenwicht van afschrikking en dreiging. Waar kleine staten onder druk van grote en machtige staten een door hen verafschuwd regime moeten tolereren. Waar arme volken steeds armer, de rijke volken steeds rijker worden. Waar niet het eerste beginsel is de medemens te dienen, maar de ander weg te dringen en zelf steeds machtiger en rijker te worden. Waar een wereld wordt gevuld met producten waaraan de ene helft geen behoefte heeft en de andere helft ze niet kopen kan.
Er kan ook geen vrijheid zijn in een wereld waar de meest wezenlijke levensbehoeften zoals schone lucht, voedsel en drinkwater schaars gehouden worden. Kan er wel vrijheid bestaan als we het besef tot ons door laten dringen dat we nu al, begin mei, al wat de aarde in één jaar aan grondstoffen kan opbrengen, nu al verbruikt hebben? Al het verdere gebruik van deze grondstoffen is dus roofbouw die tot uitputting leidt.
Dit gaat dus allemaal over vrijheid; ónze vrijheid, de vrijheid waar we allemaal voor verantwoordelijk zijn. Ieder voor zijn eigen deel; want vrijheid is niet los verkrijgbaar en is geen vrijblijvendheid maar vereist betrokkenheid. Van ons allemaal, voor nu, zowel voor jezelf als voor de ander en meer in het bijzonder voor toekomstige generaties.
- Bij het herdenken gaat het over het besef, hóe we aan onze vrijheid gekomen zijn,
- Bij het vieren hoort de verantwoordelijkheid, wát we met die vrijheid doen.
Er is een grens aan vrijheid; ook aan de vrijheid van meningsuiting; je kunt niet zomaar van alles roepen. Als je weer eens in Assen bent, kijk dan eens naar die gouden letters op de voorgevel van het paleis van justitie waar nu de rechtbank zetelt: ‘sine justitia nulla libertas ’. Zonder recht geen vrijheid.
Zowel het recht als de vrijheid moeten verdedigd worden. Niet alleen door onze militairen, maar ook de hele samenleving moet zich aanpassen aan een nieuw, onvoorspelbaar tijdperk, zo waarschuwt onze hoogste militair bij de NAVO, de admiraal Bauer.
Zowel in het herdenken als in het vieren zijn wij niet afgesloten van de zich ontwikkelende werkelijkheid, omdat tijd wezenlijk is voor ontwikkeling. Zonder het verstrijken van tijd bestaat geen ontwikkeling, geen geschiedenis en ook geen vrijheid. Iedere ervaring is een ervaring in de tijd, die iets nieuws toevoegt aan het voorafgaande. Maar de tijd doet meer; de tijd doet ook herinneringen vervagen of zelfs vervormen. Bijna niemand kan zich de werkelijkheid van oorlog als een geheel herinneren. Het zijn steeds bepaalde elementen die ons in gedachten komen.
Daarom is het goed dat we straks na de ceremonie bij het monument, ook langs de oorlogsgraven lopen. Dat we de namen lezen en de leeftijd van de gevallenen. Dan ervaren we opnieuw hoe mensen in de bloei van hun leven zijn gestorven. Als we hun namen lezen dan weten we ook dat het altijd kinderen zijn van hun ouders en wellicht een eigen gezin hadden.
Dat beseffen, dat is herinneren, dat het her-binnenkomt. Her-denken, zogezegd.
Daar zijn eigenlijk twee minuten stilte en een rondgang langs de oorlogsgraven te kort voor.
Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.