Geschatte leestijd: ca 4 minuten
We leven in een tijd waarin valsheid, fabels en leugens gemakkelijk over de tong gaan, alles lijkt wel nep. Door die leegte, door een gebrek aan zingeving zijn we alles gaan opblazen en doen velen heel enthousiast over allerlei pietluttigheden om de ervaren contactarmoede te maskeren. Deze leegte geeft ook ruimte aan mensen die in eerste instantie vaak over komen als een spontaan, sociaal, charmant en aanwezig persoon. Zij hebben de neiging om hun gevoelens flink aan te dikken en deze op een dramatische manier te brengen, terwijl het aan de andere kant ook wat oppervlakkig blijft. Zo iemand zal bijvoorbeeld gemakkelijk iemand kunnen omhelzen terwijl hij of zij deze nauwelijks kent. Zo nadrukkelijk als de vreugde kan zijn, zo zwaar en meeslepend kan de somberheid of de teleurstelling zijn. Dit gebeurt vaak wanneer diegene niet in het middelpunt van de belangstelling staat en dus niet de bevestiging krijgt die hij of zij nodig heeft. Het kost een hoop energie om steeds te zorgen dat je in het centrum van de aandacht staat. Hierdoor is er weinig energie om stil te staan bij wat je zelf nou eigenlijk echt voelt of je te verplaatsen in anderen. Als zulk gedrag een ziekelijke vorm aanneemt spreekt men wel van een aandachtsstoornis. Van deze aandachttrekkers wordt ook wel gezegd dat zij een theatrale persoonlijkheidsstoornis hebben.
Nelleke Noordervliet sprak in haar column in Trouw over een aandachtseconomie: “Aandacht is een product geworden. Wie aandacht wil hebben moet daarvoor een strategie ontplooien, kopers werven. Er is grote concurrentie. Hoe meer men weet over wat werkt, hoe beter de aandacht gemobiliseerd kan worden. Maar aandacht is vluchtig als parfum. Zelfs grote onderwerpen als de oorlog in Oekraïne of Gaza lijden aan aandachtserosie.”
Daarom is het goed dat professionele aandachttrekkers bewust het theater opzoeken. Dat zijn de aandachtzoekers die uit de praktijk weten waar ze het over hebben, zoals ‘de veldheren’ Peter van Uhm en Mart de Kruif. Zij trekken met ‘Veldheren Live’ het theater in. Tijdens dit boeiende theatercollege nemen de twee generaals b.d. je mee in de wereld van de militairen. Hier gaan ze dieper in op de betekenis van oorlog, delen ze hun eigen ervaringen en stellen ze interessante vragen. Kunnen we iets leren van de geschiedenis van oorlogen? En hoe staat het eigenlijk met het leger in Europa? Wat als we vandaag aangevallen worden? Achter de schermen bereiden de hoogste Nederlandse militairen, ministeries en bedrijven voor op oorlog. En dat is hoognodig, zeggen ook topmilitairen Onno Eichelsheim en Rob Bauer in een interview. “Want Nederland is nog te veel in dromenland. We zijn op mensen aan het inpraten, wijzen ze op hun verantwoordelijkheid en nu zijn ze ook wakker aan het worden.”
Geen misverstand: Nederland is niet in oorlog. Maar het is ook geen vrede. Nederland zit in een ‘oranje’ fase. “In de groene fase is het vrede. Alles is mooi: de bloemetjes bloeien, de vogeltjes fluiten. Die fase is voorbij,” zegt Eichelsheim. “De rode fase is een conflict.” De Nederlandse wetgeving is ingesteld op rood óf groen. Zo staan militaire transporten onderaan op de prioriteitenlijst bij ProRail, totdat het oorlog wordt. Dat wordt nu anders. De Navo is namelijk élke dag bezig met de dreiging van Rusland en China, zegt Bauer. “Ik verwonder mij dan ook weleens als ik een weekend in Nederland ben en op de voorpagina lees: ‘KLETSNATTE JUNI !! EEN DRAMA VOOR DE HORECA!’ Dit zou niet de voorpagina moeten halen. Het getuigt van een naïviteit die we ons niet meer kunnen veroorloven.” Wat Bauer bedoelt: we hebben als land onze prioriteiten niet op orde.
Eén van grote de thema’s bij de laatste verkiezingen was bestaanszekerheid. “Het fundament onder bestaanszekerheid is vrede, vrijheid en veiligheid. Dat is niet vanzelfsprekend en gaat verder dan bijvoorbeeld de premie van ziektekosten -wat ook belangrijk is- maar dit thema gaat ons en ons beleid de komende jaren echt beïnvloeden” , zegt De Kruif.
En heeft dat ook betrekking op ons leven in Diever? Wat dacht je ervan dat van het ene op andere moment de PIN-apparatuur niet meer werkt, of dat het netwerk van mobieltjes plotseling platligt? De ellende van cyber terreur is misschien wel dichterbij dan dat er daadwerkelijk tanks door de straat rollen. In elk geval meer confronterend.
Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.