Over Enkelvoud

Geschatte leestijd: ca 5 minuten

Is de stem van de natuur een moderne uitvinding? Praat de natuur weer terug? Bij rampen zoals overstromingen of onbedwingbare bosbranden zegt men wel dat de natuur terugslaat of de schreeuw van de mishandelde natuur. Het is de opvatting, aanname dat de natuur met haar eigen stem (of daden) kan spreken. Dit soort opvattingen veronderstelt dat mens en natuur als gesloten, geïsoleerde entiteiten kunnen worden gezien, die elk hun eigen taal spreken en elkaar dus kunnen tegenspreken. Dit is de grond voor ons instrumenteel bewerken, behandelen en omgaan met de natuur als een relatie met een object, een ding. Als iets buiten onszelf.

Vandaag de dag zijn we op allerlei vlakken onze relatie met de natuur opnieuw aan het definiëren. Wij zijn (met onze voedselbronnen) afhankelijk van biodiversiteit. We zijn met onze (huidige) productie van voedsel afhankelijk van wat we nu een gezonde, levende bodem noemen. Maar er is meer; het idee dat mensen weerklank vinden in de ritmes, uitdagingen, veranderingen en lokale eigenaardigheden wordt steeds meer als natuurlijk gezien. Zoals de lichamen en zintuigen van woestijnbewoners, bergstammen, bosvolken, eilandstammen of Noorse nomaden. Die blijken nauw verbonden te zijn met en in wisselwerking te staan met de ervaren omstandigheden van de natuur. Dat ook wij naar deze ervaring uitzien is bijzonder fraai verbeeld in het uitgelichte schilderij ‘Verlangen‘ door Ida Keppler.

Daarentegen is hier en nu onze enkelvoudige opvatting van dé natuur, een culturele prestatie die pas plaats kon vinden nadat wij ons door technische toepassingen bevrijd hadden van allerlei natuurlijke beperkingen.  We kunnen de nacht in een dag veranderen, kamer- en kastemperaturen regelen, grotendeels de voedselproductie onttrekken aan dagelijkse en seizoengebonden ritmes van de natuur. We kunnen ons sociale leven nagenoeg onafhankelijk van voedselproductie en natuurlijke omstandigheden vormgeven. In deze luxe-positie zijn we het ons gaan realiseren dat we de (lokkende) roep van de zee weer willen horen, dat we de in toeristische aanbiedingen de beloofde de roep van de bergen, het bos, de woestijn, de steppe, de taiga, het poolgebied, je verzint ze maar, beschikbaar hebben. Om je eigen ‘identiteit’ te zoeken; als product nota bene! Over het vinden wordt niet gesproken…

Het verlangen naar verbinding met de stem van de natuur is alomtegenwoordig in de dagelijkse praktijk van de late moderniteit. Kijk maar eens bij de producten van de outdoor-industrie. Ook hopen we met tuinieren weer verbinding te krijgen met de natuur, evenzo in het verlangen paddenstoelen, vogels, mineralen, sterren te leren kennen, We betalen grif voor ‘iets groens’ in de kamer, kunnen dagenlang bezig zijn met ‘natuurlijke geneeswijzen’, kruiden en energy-drankjes.

De natuur heeft ons niets meer te zeggen omdat we zelf kunnen bepalen hoe we willen zijn en hoe het zou moeten zijn; onze eigen natuur en de externe natuur lijken niet langer gegeven, maar geproduceerd. Hierdoor is de stem van de natuur verstomd. Was het eerder (bij uitstek) belangrijk om de wil van de natuur te respecteren, nu is de wil van de natuur onderworpen aan onze wil. En dat alles doordat we de natuur enkelvoudig zijn gaan zien; als bruikbaar ding.

Gebeurt niet precies hetzelfde met andere zaken die we alleen enkelvoudig zien: het volk, de kiezer, de automobilist, de illegaal, de vreemdeling, de arbeider, de hardwerkende Nederlander? Wie herkent hier niet het taalgebruik van populistische partijen? Ook hier worden door dit taalgebruik groepen versmald en als gesloten, geïsoleerde entiteiten gezien, die elk hun eigen taal spreken.

De spanning tussen enkelvoud en meervoud komt goed tot uitdrukking in de zin: “Met mij gaat het goed, maar met ons gaat het slecht”. Dit schreef prof. dr. Schnabel, toen nog directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, al rond de eeuwwisseling om de stemming van Nederland mee te duiden. Met feiten en cijfers gaf hij een actueel beeld van de Nederlandse samenleving op het gebied van leven en dood, sociale zekerheid, onderwijs en arbeid, mobiliteit en migratie, godsdienst en toekomstverwachting. In deze spanning ligt tevens nuance besloten dat dé werkelijkheid niet bestaat, evenmin als dé Nederlander.

Hoeveel ophef ontstond er niet toen Maxima zei dat dé Nederlander niet bestaat? Nu leven populistische partijen in zelfgemaakte bubbels door stug vol te houden dat aan dé stem van dé kiezer uitvoering zal worden gegeven. Door een (extreem)rechts kabinet. Ik was er zelf bij toen op ons gemeentehuis de stemmen geteld werden en heb de nuance gezien in het stemgedrag. Dé kiezer bestaat niet en dé stem al helemáál niet. Het domweg ontkennen van de meervoudigheid, verscheidenheid of pluraliteit, da’s pas kiezersbedrog! Deze gevaarlijke bubbel kwam tot volle wasdom dankzij een vlaag van bewustzijnsvernauwing bij de VVD-leider, toen zij de deur opende voor de PVV. Deze gecreëerde bubbel is de moderne versie van Plato’s grot, waar gevangenen geprojecteerde schaduwen als dé werkelijkheid duiden.

Deze column verscheen eerder in het Weekblad van Diever.

2 - 0

Thank You For Your Vote!

Sorry You have Already Voted!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

maak deze som af :de invoertijd is voorbij